Hoofdstuk 2
Hele organisatie betrekken
Zonder steun vanuit de hele organisatie kan duurzame verandering moeilijk tot stand komen. In dit hoofdstuk zetten we uiteen hoe je alle organisatielagen enthousiast kunt maken voor meer divers personeel en een inclusiever werkklimaat. Daarnaast gaan we in op tijd en middelen en het betrekken van de medezeggenschap.
2.1 Steun en verantwoordelijkheid
Bevorder actief breed draagvlak in alle lagen van de organisatie. Maak daarbij collega’s uit verschillende onderdelen van de organisatie ook verantwoordelijk voor diversiteit en inclusie. Zo voorkom je dat de HR-afdeling als enige verantwoordelijk blijft en dat het plan strandt.
Begin bij het bestuur. Betrek vervolgens leidinggevenden en medewerkers. Doe dit bij het bepalen van visie en doelen, én bij uitvoering en evaluatie van activiteiten. Wees eerlijk over eventuele risico’s (zie paragraaf 1.1, onder Zet in op diversiteit en inclusie). Klik hieronder om meer te lezen over draagvlak en verantwoordelijkheid per organisatieniveau.
Bestuur
Steun vanuit het bestuur is onmisbaar voor het succes van je plannen. Verken met het bestuur de kansen, beperkingen en meerwaarde van meer verschil op de werkvloer en een inclusief werkklimaat. Bijvoorbeeld door middel van presentaties, of door voorbeelden van andere organisaties aan te dragen. En door diversiteit en inclusie een terugkerend agendaonderwerp te maken tijdens bestuursvergaderingen.
Stuur erop aan dat het bestuur formeel verantwoordelijk wordt voor het uitdragen van de visie, het behalen van de doelen en het uitvoeren van activiteiten. Zorg ook dat leden van het bestuur actief optreden als ambassadeur. Hun zichtbare steun kan meer draagvlak creëren dan die vanuit welk ander deel van de organisatie dan ook.
Leidinggevenden
Leidinggevenden spelen een sleutelrol in het bevorderen van inclusie binnen teams. Analyseer ook met hen de kansen, risico's en meerwaarde. Maak ze ook verantwoordelijk voor het in woord en daad uitdragen van het belang van diversiteit en inclusie, en zorg dat ze beschikken over de middelen om dit zorgvuldig te doen. Hoe je dit doet, lees je in paragraaf 4.3.
Medewerkers
Creëer draagvlak en enthousiasme onder medewerkers door ze te betrekken bij het bepalen van de visie en doelen. Bijvoorbeeld door hier in verschillende samenstellingen groepsgesprekken over te voeren. Houd medewerkers ook op de hoogte van de voortgang, en laat ze meedenken over verbeterpunten (hoofdstuk 5, hoofdstuk 6).
Maak medewerkers uit alle delen van de organisatie verantwoordelijk voor activiteiten (zie paragraaf 4.1). Of door ze via een buddy- of mentorsysteem te koppelen aan collega’s uit diversiteitsgroepen (paragraaf 3.2). Een effectieve manier om medewerkers te activeren is samenwerken met medewerkersnetwerken (paragraaf 4.1).
Aan de slag met het creëren van draagvlak? Onze Handreiking 'Iedereen aan boord' helpt je verder.
Ruimte voor tegengeluid
Inzetten op meer diversiteit en inclusie op de werkvloer kan leiden tot kritiek. Werknemers kunnen bijvoorbeeld het voortrekken van achtergestelde groepen oneerlijk vinden, of het gevoel krijgen dat de meerderheidsgroep minder belangrijk wordt gevonden. Neem dit tegengeluid serieus en ga open met deze collega’s in gesprek. Leg uit waarom de plannen iedereen ten goede komen. Maar luister ook naar hun zorgen en ga hier constructief op in. Stel ook vragen, bijvoorbeeld over wat zij nodig hebben om mee te gaan met de plannen.
2.2 Tijd en middelen
Maak voldoende tijd vrij voor het realiseren van de visie en het behalen van de doelen. Bijvoorbeeld door medewerkers uit verschillende organisatieonderdelen uren te geven voor het organiseren van activiteiten en het meten van de voortgang. (Zie ook hoofdstuk 6). Deze medewerkers kun je samenbrengen in een D&I-projectteam met speciale bevoegdheden.
Zorg ook voor voldoende budget. Dit moet voorzien in zowel de uren die je vrijmaakt voor diversiteit en inclusie, als in kosten voor activiteiten, zoals het opzetten van talentprogramma’s of workshops (zie hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4), of het uitvoeren van een MTO (zie paragraaf 1.2 en hoofdstuk 6).
2.3 Medezeggenschap
Een ondernemingsraad of andere vorm van personeelsvertegenwoordiging kan een stimulerende en controlerende rol spelen in het opstellen en uitvoeren van het Plan van Aanpak. Bovendien heeft de ondernemingsraad vanuit de WOR (Wet op de ondernemingsraden) verschillende rechten en taken op gebied van diversiteit en inclusie. Betrek deze medezeggenschapsorganen dus actief bij je plannen.
Het medezeggenschapsorgaan kan dienen als schakelpunt tussen werkgever en werknemers. Zo kan het vanuit de werkgeverskant uitleg geven over het hoe en wat van het de plannen. Aan de werknemerskant kan het signalen oppikken over wat er leeft op de werkvloer.
De waarde van het medezeggenschapsorgaan voor diversiteit en inclusie hangt deels samen met hoe divers dit orgaan zélf is. Hoe meer verschillende achtergronden en organisatieonderdelen erin vertegenwoordigd zijn, hoe breder vraagstukken kunnen worden opgepakt. Ga dus met collega’s uit verschillende groepen in gesprek en moedig ze aan om zich kandidaat te stellen. En moedig de huidige leden aan om zichzelf in te zetten voor een gevarieerde samenstelling.
Op de website van het SER-kenniscentrum medezeggenschap vind je praktische informatie over D&I en medezeggenschap, en een beknopt overzicht van de wettelijke rechten en taken van de ondernemingsraad die hiermee samenhangen.
2.4 Praktijkvoorbeelden
Werkgevers die het Charter Diversiteit ondertekenen, organiseren draagvlak en verantwoordelijkheid voor diversiteit en inclusie op uiteenlopende manieren. Klik hieronder voor een aantal voorbeelden.
Museum Boijmans van Beuningen | Visie vanuit brede werkgroepen
Onder leiding van expert Mourad El Moussati van Divers Werken heeft Museum Boijmans Van Beuningen bij het opstellen van het Plan van Aanpak bewust gekozen voor een organisatiebrede aanpak. Medewerkers van verschillende afdelingen en functieniveaus zijn actief betrokken bij het verkennen en definiëren van wat diversiteit en inclusie betekenen binnen de context van het museum. Gezamenlijk is bepaald hoe deze begrippen zich verhouden tot de zogenoemde vier P’s: personeel, programma, publiek en partners. Daarbij is gekeken naar waar het museum nu staat, welke ambities er leven, en hoe voortgang op deze thema’s zowel kwalitatief als kwantitatief meetbaar kan worden gemaakt.
Een belangrijk uitgangspunt in dit proces was het formuleren van realistische en haalbare doelstellingen, passend bij het museum. Om de uitvoering van het Plan van Aanpak te borgen, is voor elk van de vier P’s een kartrekker uit het managementteam aangesteld. Deze kartrekkers beschikken over een duidelijk mandaat en zijn primair verantwoordelijk voor het aanjagen en realiseren van de afgesproken acties binnen hun domein.
Alfa-college | Het gesprek aangaan
Het Alfa-college heeft, in samenwerking met Niek Peters van Discriminatie.nl en theatermaakster Karin Noeken, de training ‘Van microagressie naar microrevolutie’ ontwikkeld. Medewerkers leren hier hoe schijnbaar onschuldige vragen of uitspraken over bijvoorbeeld afkomst of uiterlijk onbedoeld kunnen kwetsen.
Met behulp van onder andere storytelling, spoken word, interactieve lezingen en humoristische typetjes worden vragen beantwoord als: Waarom is kennis over cultuurverschillen belangrijk? Waarom is etnocentrisme problematisch? Wat is intersectionaliteit? Wat zijn privileges en hoe kunnen deze tot uitsluiting leiden? Ook komen best practices binnen het Alfa-college aan de orde, bijvoorbeeld van collega’s die hun privileges juist gebruiken om gelijkwaardigheid te creëren. Collega’s gaan nu samen het gesprek aan, waardoor het Alfa-college een inclusievere werkplek wordt.
Sociaal-Economische Raad | Keti Koti Tafel
In samenwerking met Stichting Keti Koti Tafel organiseerde de Sociaal-Economische Raad (SER) in september 2023 een Keti Koti Tafel. Tijdens een Keti Koti Tafel gaan Nederlanders van alle kleuren in gesprek over discriminatie en racisme, en over de gedeelde geschiedenis van kolonialisme en slavernij waar deze uit voortkomen. Gesprekspartners krijgen evenveel spreek- en luistertijd en er zijn stiltemomenten. Een koor zingt treurliederen uit het slavernijverleden. Deelnemers voeren rituelen uit die de pijn uit dat verleden symboliseren en gaan samen aan tafel voor een gereconstrueerde slaven-maaltijd.
Door het historisch bewustzijn en begrip van deelnemers te vergroten, draagt de Keti Koti Tafel bij aan een samenleving die vrij is van discriminatie en racisme. In een vervolgbijeenkomst onderzoekt de SER hoe het koloniale verleden, discriminatie en racisme meer aandacht kunnen krijgen binnen haar organisatie en geïntegreerd kunnen worden in haar werkzaamheden.